“Als je merkt dat er een deel van het verhaal ontbreekt, vertel het dan.”
We namen elf jongeren mee naar De Black Archives en op Black Heritage Tour. De uitstapjes boden een proces van bewustwording, ook voor ons. Ons idee was om via de excursies te laten zien hoe en waar de overblijfselen uit het koloniale verleden nog te vinden zijn. In de stad, de maatschappij, en onszelf. Zo hopen we de jongeren het belang van dit onderwerp te laten voelen. Missie geslaagd? We moeten het afwachten.
Elf jongeren verzamelen zich na de proefwerkweek bij de bushalte bij Open Schoolgemeenschap Bijlmer voor de rit naar Amsterdam Oost. Ze zijn daar om heel verschillende redenen. Ze lopen uiteen van eigen ervaringen met racisme (“Bij ons in de klas kreeg iedereen met een kleur basis/kader advies.”) tot het minder geëngageerde “Ik heb niet zoveel te doen”.
Eenmaal aangekomen in de Black Archives horen we van Mitchell Esajas over de koloniale geschiedenis. Rassenleer werd gebruikt om de slavenhandel te verantwoorden. Door de een minder waard te maken dan de ander, werd de onmenselijke behandeling goedgepraat. Een belangrijk, maar academisch verhaal.
De toegevoegde waarde van het bezoeken van een archief wordt pas duidelijk als Mitchell uit een lessenaartje een slavenketting tevoorschijn haalt. Dan komt het verleden voor de jongeren pas echt tot leven. “Is die echt gebruikt?” vragen ze, en roepen “hoe past dat om je enkel”? Een enkele grotere ring past om een piepkleine middel. Waarschijnlijk gebruikt voor kinderen, of “een extreem mager persoon”. Mitchell demonstreert hoe ze open en dicht gaan. Op de terugrit worden de kettingen nog met afgrijzen herdacht.
Op de rondvaartboot tijdens de Black Heritage Tour gaat Jennifer Tosh in op de financiële kant van het koloniale verleden. 62 procent van de economie draaide om koloniale handel, en veel Nederlanders plukten de vruchten van slavernij en dwangarbeid in de koloniën. Wie door Amsterdam loopt kan aan de familiewapens zien waar de rijkdom vandaan kwam. Op een aantal gebouwen prijken Afrikaanse hoofden. Dat sommige rijke kooplieden blijkbaar trots waren op hun mensenhandel roept hier en daar verbijsterde woede op. “Breek al die gebouwen maar af. Ik wil er niet naar kijken,” zegt een van de meiden. Wij vragen haar of het niet waardevol is om het verleden te kunnen herdenken. “Nee, gooi het allemaal maar tegen de vlakte.” Een voorbijganger hoort het en kijkt bezorgd.
Deze geschiedenislessen vind je niet via de reguliere kanalen. Wie wil weten over de zwarte gemeenschap in Amsterdam moet diep graven. We leren dat er al in de zeventiende eeuw een kleine zwarte gemeenschap woonde in Amsterdam, die mixte met de Joodse. Samen bezochten ze de synagoge, onderling werden huwelijken gesloten. Tijdens de Franse bezetting ging in Amsterdam de Franse Code Noir in, wetten speciaal voor zwarte mensen, en stopten deze gezamenlijke bezoekjes en huwelijken; een behoorlijk impactvolle bezetting.
Toch hebben onze jongeren de neiging na elke excursie te zeggen “ja, dit wist ik allemaal al wel, hoor.” De meeste leerlingen lijken onze excursies toch vooral informatief te vinden, het systematische racisme dat eruit naar voren komt, gaat nog een beetje langs ze heen. De sprekers fungeren als rolmodellen, en dit heeft op een andere manier ook impact.
Een van de meiden is gefrustreerd dat er nergens over Senegal wordt gesproken, waar haar voorouders vandaan komen. Jennifer eindigt haar rondleiding door uit te leggen dat deze tour voortkomt uit haar zoektocht naar het verhaal van haar eigen voorouders. Die kwamen uit Suriname, maar spraken nooit over hun tijd daar. Ze spoort onze jongeren aan ook hun verhaal te vertellen. “Als je merkt dat er een deel van het verhaal, zoals het Senegalese, ontbreekt, vertel het dan. Zorg dat het niet wordt overgeslagen.”
We zijn benieuwd naar de eerste teksten die ze tijdens het schrijfweekend schrijven, om te zien wat voor invloed deze mooie afsluitende woorden op onze jongeren hebben gehad.