March Nochem: “Ik sta op de bellijst”
Als je eenmaal kennis hebt gemaakt met Studio 52nd, wil je graag bij dit bijzondere clubje horen. Ongebreideld enthousiasme. De wil om iets voor elkaar te krijgen. Flexibiliteit. Positieve energie. Plezier. Dat zijn wat Marc Nochem betreft juiste trefwoorden voor Studio 52nd. Marc is theatermaker, acteur, schrijver, componist en regisseur. Hij werkt geregeld met Studio 52nd samen.
“Ik sta op hun bellijst”, vertelt Marc. “Als er weer eens iemand nodig is. Heel grappig hoe ik bij ze terecht ben gekomen. Een vriendin van mij heeft een cateringbedrijf – maar daarvoor was ze regisseur. Toen ik in haar zaak was, kreeg ze een telefoontje van Fanneke. Die had een klusje voor haar. ‘Ik kan niet!’, riep ze. ‘Maar er is wel eventuele vervanging bij mij in de zaak. Ik geef je Marc even.’ Ik kende Studio 52nd niet, maar het telefoongesprek was leuk. En het was een opdracht die te overzien was. Zo werd ik dus ingelijfd. En intussen heb ik al van alles voor ze gedaan. Regiewerk, acteren, het busje besturen, koken, decors schilderen, boodschappen doen. Bijna alles. Alleen de boekhouding heb ik nog niet gedaan!”
Een mooie regieklus
“Mijn eerste klus was de regie voor een zogeheten Eén op één project. Ik kreeg een groep van acht kinderen onder mijn hoede. Een kind en een professionele acteur worden daarbij bij elkaar gezet. Samen bedenken ze wat voor soort voorstelling ze samen zouden willen maken. Een korte voorstelling, van ongeveer 10 minuten. Als ze dat helemaal hebben bedacht, dan schrijft iemand dat voor ze op en wordt de korte voorstelling ook echt gespeeld. Daarbij is natuurlijk wel een regisseur nodig. Ik dus! Een andere variant is playmaking. Daarbij schrijven kinderen het verhaal zelf – met hulp van een coach. Aan het uiteindelijke verhaal wordt helemaal niets veranderd. En dan wordt het vervolgens door echte acteurs gespeeld. Als je met kinderen werkt, leidt dat soms tot hilarische situaties. Als bijvoorbeeld in het kinderverhaal een vliegtuig en een oliebol de hoofdpersonen zijn. Daar moet je je als acteur dus wel in kunnen inleven!”
Een opdracht met een kop en staart
“Dat is een prettige bijkomstigheid van veel 52nd-opdrachten: De tijdsinvestering is te overzien. Je werkt heel concreet naar een eindproduct toe met de kinderen. Er zitten wat intensieve dagen in, maar op een moment is het ook wel weer klaar. Ik kan me nog een repetitiedag in Leiden herinneren. Er moesten toen acht kleine toneelstukjes worden ingestudeerd, en ik regisseerde ze allemaal. Ik liep als een vliegende kiep op en neer. De acteurs zijn er dan vooral om het kind bij de les te houden. Die korte stukjes – die maken we meestal aan de hand van een thema. Eens even denken … Ik kan me nog een heel zielig verhaal herinneren over een meisje in coma. Een ander kind had een spannend verhaal bedacht met twee geheim agenten, die als omaatjes verkleed waren. En er ging ook wel eens een keer een serie over het thema vies, volgens mij.”
De lol van Eén–op-één en playmaking
“Iedereen die hier aan meewerkt, vindt het ontzettend leuk om te doen. Het zijn allemaal mensen die wel iets met kinderen hebben. De meeste van ons doen het naast al het reguliere werk. Je zet in korte tijd iets leuks met elkaar neer. Je werkt met teksten die door een kind geschreven zijn en je doet dat met heel weinig middelen. Vrijwel altijd leidt dit tot hele geestige situaties. Maar het mooiste is misschien wel om te zien wat het met de jonge deelnemers doet. Het hele traject krijgen ze enorm veel aandacht. Van mij. Van Fanneke. Van de acteurs en van de vrijwilligers. Je ziet een kind groeien. Het zelfvertrouwen groeit, door te schitteren op het toneel. Door complimenten te krijgen over deze prestatie. Op het podium probeert een kind zijn schaamte, zijn zenuwen de baas te zijn. Als zijn of haar toneelstuk wordt opgevoerd, is er een interview op het podium. Superspannend natuurlijk. Maar ongelofelijk leuk.”
Het mooiste is misschien wel om te zien wat het met de jonge deelnemers doet
— Marc Nochem
Het kind centraal
“Dat is een belangrijke voorwaarde bij deze projecten. En dat is ook de filosofie van Studio 52nd. Het kind staat centraal. Dat is soms best lastig voor de acteurs – want zij zijn op zo’n moment ondergeschikt aan de jonge hoofdrolspeler. Best lastig hoor, voor mensen met ons beroep. Als ik aan het regisseren ben, is zowel het kind als de voorstelling de baas. Ik laat dingen gewoon gebeuren. Dat hoort dan zo, denk ik. Ik grijp alleen in als ik het nog leuker of grappiger kan maken. Moeilijke kinderen? Misschien zijn die er niet. Maar kinderen die het erg eng of spannend vinden, worden aan heel ervaren acteurs gekoppeld. Dat werkt. Doe je mee aan zo’n project, dan ben je eigenlijk veel meer dan acteur alleen. Je bent ook buddy, begeleider van het kind. Je zorgt voor zijn of haar veiligheid. En ja, de acteurs leren andersom ook heel veel van de kinderen!”
Theater als overtuiging
“De mensen van Studio 52nd zijn overtuigd van hun aanpak. Op deze manier iets kunnen betekenen voor kinderen die wel iets extra’s kunnen gebruiken. Enorme bevlogenheid. Dat tref ik er iedere keer weer. De mooiste baan van de wereld? Ja en nee. Fanneke en Wietske hebben apart daarvan gewoon ook een kantoorbaan. Want er moet een bedrijf gerund worden. Er moet geld verdiend. Er moeten dingen geregeld worden. Mijn rol hierin is anders. Als theatermaker verbind je je vaak aan projecten die qua inkomsten weinig opleveren. Uit overtuiging. Velen in onze beroepsgroep doen met grote regelmaat vrijwilligerswerk. Het gaat vooral om het enorme plezier wat ik aan deze projecten beleef. Maar dat er iets van maatschappelijke betrokkenheid aan verbonden is, vind ik zeker meerwaarde hebben!”
Tot slot
“Al met al een hele bijzondere club mensen. Wat ook opvalt, is dat Studio 52nd bijzondere mensen om zich heen weet verzamelen. Daardoor ben ik ook weer bijzondere, gekke en ongewone mensen tegengekomen. Van het begin af voelde ik me er meteen heel erg thuis, hoewel we elkaar nog nauwelijks kenden. Intussen zijn we goede vrienden. Ik hoop nog veel met ze samen te mogen werken. Ik wens Studio 52nd meer naamsbekendheid, veel doorzettingsvermogen en misschien ook wel meer subsidie toe!”