Luid applaus voor jonge schrijftalenten bij Baas van de straat
Een schildpad die pranks uithaalt, een hond met een bomenfobie, een verliefde kat die voor gek wordt gezet: op straat is alles mogelijk. Acht jonge schrijftalenten lieten hun fantasie de vrije loop voor Baas van de straat. “Het begin was even moeilijk, maar daarna ging het steeds beter.”
De avond begon meteen met een twist: niet één maar twee schrijvers werden op het podium geroepen. De ideeën van Don en Malak bleken namelijk zo goed bij elkaar te passen, dat er een groter verhaal van was gemaakt. De uil Hoet moest daarin toekijken hoe haar boom werd omgezaagd door de deftige Patricia. Zij pronkt met de sjiekste rolstoel ter wereld, maar heeft niet in de gaten dat er ook een dief rondloopt. Veel humor en gekkigheid, een vrolijk liedje en een beetje spanning; de toon werd meteen gezet voor de rest van de voorstelling.
Zo kwam Aksel met het verhaal over Enstein, een kat die constant in de maling wordt genomen door een muis. En dat terwijl het arme beest zo graag indruk wil maken op een knappe buurtpoes. Azaya had intussen leuke pranks verzonnen tussen een schildpad en een katje, die allebei baas van de straat willen zijn.
Ook bij het verhaal van Ines werd veel gelachen. Een kikkermens met de naam Intebobby wordt daarin verliefd op een koningin, waar de koning het natuurlijk absoluut niet mee eens is. Veel lol was er ook bij de ideeën van Lucas. Hij kwam met de bange hond Max, die zich ontpopt tot politicus om alle bomen uit z’n buurt te laten kappen.
Ontroerend werden de toneelstukjes ook. Zoals bij Lina’s verhaal, over een eenzame vrouw die bang is op straat. Gelukkig blijkt zij met dieren te kunnen praten, want een stoere straathond kan haar misschien wel uit de problemen halen. En Ymani schreef een stukje over een stokoude kabouter, die eigenlijk geen baas van de straat meer wil zijn. Zijn kattenvriendje wil alleen geen afscheid van hem nemen.
“Toen we net waren begonnen, was het nog wel moeilijk om op ideeën te komen”, zegt Don. “Maar als je weet hoe je karakters eruit zien en wie ze zijn, gaat het al veel beter. Het laatste stukje ging eigenlijk heel makkelijk.”
De kinderen werden in twee schrijfweekenden begeleid door regisseur Honey Eavis, docent Joris Christ en verschillende schrijfbuddy’s. “Met opdrachtjes en spelletjes leggen we stap voor stap uit hoe een toneelstuk werkt”, vertelt Christ. “Kinderen bedenken wie hun personages zijn, welke doelen ze krijgen en waar een verhaal spannend van wordt. Van daaruit gaan ze schrijven, vaak met een liedje of rap erbij.”
Don heeft een handige tip voor leeftijdsgenoten die zelf ook aan een toneelstuk willen beginnen. “Ik zou buiten gaan rondlopen en zoeken naar dingen die je inspireren. Misschien zie je een duif. Dan kun je een toneelstuk over een duif maken.”
“Zo heb ik het ook gedaan”, reageert Ymani. “Ik had al een kat in m’n hoofd, en toen zag ik op straat ineens een kabouterbeeldje staan. Dus toen leek het me leuk om ook een kabouter erbij te verzinnen.”
Azaya haalde inspiratie uit haar eigen leven: “In ons oude huis hadden we een schoonmaakster, die altijd heel lief was. Ze heette Katja, dus dat werd de inspiratie voor Katje Katja. De schildpad in mijn verhaal heet Tornado. Dat leek me wel grappig, omdat schildpadden natuurlijk niet zo snel zijn en tornado’s wel.”
Naast al die fantasie, kwamen de schrijftalenten nog met een eigen ‘Staat van de Straat’. Daarin schreven ze dat er in hun buurt misschien wel eens nare dingen gebeuren, maar dat ze zeker niet bang zijn. Favoriete bezigheden: voetballen, turnen, schommelen of gewoon chillen. Tot slot hebben ze nog een advies, voor als het niet goed gaat bij jou in de straat. “Maak een feestje met iedereen, want mensen moeten elkaar leren kennen. Als je dit goed doet, ontstaat er vanzelf een goede sfeer.”