‘Laten we elkaar een beetje in de gaten houden’: in gesprek over schulden
‘Ik wil mijn vrijheid terug!’ Het kleine zaaltje in StreetSmArt aan de Molukkenstraat is doodstil wanneer actrice Ritzah Statia deze woorden uitschreeuwt, op het hoogtepunt van de monoloog (On)schuld. Afgelopen 3 oktober kwamen betrokkenen van de Gemeente Amsterdam samen om deze voorstelling te zien. We volgen een jonge vrouw die haar best doet om, aan de hand van tientallen zelf opgelegde regels, uit haar financiële problemen te komen.
Naderhand gaat regisseur Honey Eavis met het aanwezige publiek in gesprek. Hoe resoneert deze monoloog met iedereen? Ze krijgt direct antwoord: de emoties zijn aangrijpend en herkenbaar. Iemand zegt: ‘Je ziet iemand die compleet vast zit. Wij zien hier de emoties van de mensen die hier nu niet zijn.’ Het is een opbouw van die emoties, een deksel op een kokende pan. Wat doe je dan eigenlijk wanneer iemand overkookt?
Een van de toeschouwer geeft resoluut antwoord: ‘Het belangrijkste is om te kijken waar je voor iemand de druk eraf kan halen. Een incassoprocedure (zoals voorkomt in de voorstelling) stopzetten, maar ook naar iemand luisteren. Iemand laten praten of uithalen, en laten weten dat diegene niet de enige is.’ 'Daarbij', voegt iemand anders toe, 'is het belangrijk om te zorgen dat iemand blij kan zijn met hulp, in plaats van een misplaatst gevoel van dankbaarheid te moeten voelen'.
Ook viel het toeschouwers op hoe schrijnend het is dat Ritzah’s personage het alleen probeert op te lossen. ‘Dit is niet iets wat je in je eentje op kan lossen,’ is de conclusie. ‘Dit is een systeemprobleem.’
'De deur stond altijd open'
Vaak is Amberley als ervaringsdeskundige aanwezig bij de voorstelling en het nagesprek. Vandaag is zij er niet, maar een aantal toeschouwers blijken zelf ook ervaringsdeskundige te zijn. Wat kunnen zij vertellen of hun situatie?
Een van hen licht toe: ‘Het was pittig. We hadden weinig, maar we pasten ons aan. Ik kreeg in mijn opvoeding een gevoel van saamhorigheid mee. De deur stond altijd open.’
Natuurlijk waren er ook minder positieve dingen. Zo geven de deskundigen toe dat ze zuiniger zijn, nog steeds niet goed zijn in geld uitgeven (ook als het voor iets is waar ze blij van worden), weerstand voelen tegen papierwerk, en nog altijd angst hebben voor de blauwe envelop. Een brief op de deurmat, blauw of niet, betekent dat iemand waarschijnlijk geld van je wil.
En wat was dan uiteindelijk hetgeen wat hielp, waardoor je hulp ging zoeken? Eén van deskundigen geeft toe: ‘Dat deed ik niet. Mijn ouders kwamen erachter.’ Iemand anders geeft aan: ‘Ik werd steeds vaker ’s nachts wakker.’
Mensen maken zichzelf onzichtbaar
Wat voor velen hielp, was het moment dat er iemand naast hen stond en hen kon helpen. Maar hoe vind je de organisaties die hulp bieden? En hoe vinden die organisaties de mensen met schuldproblemen? De drempel is hoog. Zo vertelt iemand uit het publiek ook dat mensen met problemen niet tijdens het eerste gesprek alles uit de doeken doen; dat komt soms pas bij het achtste gesprek.
Een andere toeschouwer merkt op: ‘Je moet goed in je schoenen staan, als organisatie, om mensen te zien.’ Zoals Ritzah ook toont in de voorstelling: mensen maken zichzelf onzichtbaar.
Ook stadsdeelvoorzitter Carolien de Heer is aanwezig, en zij brengt gelukkig ook goed nieuws ter tafel: vroeger was het nog niet zo, maar tegenwoordig heeft de gemeente meerdere programma’s opgezet die helpen met bewustwording. Een voorbeeld daarvan is Moneyschool. Carolien stelt de vraag aan Honey en het publiek terug: helpen dit soort programma’s ook inderdaad?
‘Elke nieuwe generatie krijgt een herkansing,’ vindt Honey. Gelukkig maar, en de consensus van het gesprek is dan ook: laten we samen de drempel verlagen. Laten we elkaar in de gaten blijven houden, en samen leren te kijken naar elkaar.
Studio 52nd speelde deze voorstelling op uitnodiging van de Gemeente Amsterdam. Ook met je organisatie in gesprek over opgroeien met te weinig geld en schuld? Neem contact op met wietske@studio52nd.nl.