‘Kinderen beschermen hun ouders veel meer dan wij denken’: in gesprek over armoedebeleid

Op 11 april speelde de monoloog (On)schuld voor het eerst in Amsterdam, in het buurthuis op het Smaragdplein. Jongeren, jongerenwerkers en medewerkers van de Gemeente Amsterdam grepen de voorstelling aan voor een kritisch gesprek over armoedebestrijding in Amsterdam. ‘Jongeren komen soms met meer schulden een armoedetraject uit dan dat ze erin gingen.’

In (On)schuld zien we een vrouw met schulden. Ze vertelt haar publiek hoe goed zij wel niet is ingespeeld op haar financiële mogelijkheden. Met trots (maar eigenlijk schaamte) deelt zij haar ‘regels’ voor het omgaan met armoede. Ondertussen zien we haar worstelen bij de voedselbank en wordt ze onderbroken door voicemails over openstaande boetes.

Het nagesprek van de voorstelling begint met de vraag wat er herkenbaar is. De zaal antwoordt volmondig: lijstjes maken met regels, angst bij de voedselbank, paniek, niet-werkende lampen, en taalgebruik dat je niet begrijpt passeren allemaal de revue. Gemeentemedewerkers zijn nieuwsgierig naar die angst bij de voedselbank: ‘Is dat echt zo?’

Foto: Rosalie Fleuren

Een ervaringsdeskundige schuift aan bij het nagesprek. Zelf opgegroeid met minder dan genoeg geld. begeleidt ze nu jongeren die uit de schulden komen. Een van de jongerenwerkers vraagt haar: ‘had je hier eerder met iemand over willen spreken vroeger?’ Ze zegt van wel. Het luisterend oor werd enorm gemist. Wat haar hielp, was de kennis dat ze niet de enige was. ‘Je zit zo in een tunnelvisie dat je denkt dat je de enige bent. Pas als er ruimte is, ga je reflecteren en besef je dat je niet alleen bent.’

Vanuit de gemeente vraagt iemand: ‘Maar is een luisterend oor genoeg? Wat bieden we kinderen dan, als we niet helpen het financiële probleem op te lossen?’ Een van de jongerenwerkers zegt: ‘Via een kamp of activiteit kun je veel bereiken. Als wij weten hoe het zit, dan kan er speelruimte komen. Hulpverleners kunnen het gesprek openbreken en creatief meedenken, bijvoorbeeld door sponsoring.’

De jongeren zelf geven aan dat de jongerenwerker het startpunt is. Er is veel schaamte rondom het onderwerp en dat maakt het moeilijk om direct naar een instantie te stappen. ‘Kinderen zijn zo goed in verbergen. Ze beschermen hun ouders veel meer dan wij denken.’

Verder is er in het gesprek ook kritiek op bestaande voorzieningen. De gemeente biedt veel aan, maar het is vaak onduidelijk waar, wanneer en hoe een regeling tot stand komt. Het is omslachtig, er moet veel worden ingevuld op meerdere formulieren, en niet iedereen is even digitaal onderlegd.

Een van de jongerenwerkers vertelt: ‘Ik speel de advocaat van de duivel. Jongeren gaan met meer schulden een traject uit dan in. Ik durf ze er soms niet heen te sturen. Het systeem is zo krom.’ Anderen beamen dat dit vaker voorkomt. Er gaat veel mis in de onderlinge communicatie, waardoor jongeren zich in de steek gelaten voelen. De voorkeur gaat uit naar een onafhankelijke bewindvoerder; daar kan tenminste een vertrouwensband mee worden opgebouwd.

Met deze concrete tip loopt de korte discussie ten eind. Met nieuwe inzichten en inspiratie door de boeiende verbanden die zijn gelegd, verlaat het publiek de zaal.

Ook het gesprek over armoedebestrijding aanzwengelen? (On)schuld speelt op aanvraag door het hele land. Breid de voorstelling uit door een ervaringsdeskundige bij het nagesprek uit te nodigen, of met een actieve workshop. Neem voor meer informatie contact op met wietske@studio52nd.nl.

Studio 52nd maakt op deze website gebruik van cookies. We gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken (de cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd), om voorkeuren op te slaan, en voor marketingdoeleinden. Door op 'optimale cookies' te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies. Je hebt ook de keuze voor 'minimale cookies', als je dit liever niet hebt.