Blog - Bubbels

Onderweg in de trein naar Utrecht voor de conferentie over Burgerschapsonderwijs in het PO botsen ineens al mijn verschillende identiteiten (of komen ze juist bij elkaar?). Als moeder maak ik me druk omdat mijn kind vandaag voor het eerst alleen naar school loopt en bespreek dat al bellend met mijn partner, als professional ben ik bezig met nadenken over wat ik uit deze dag wil halen, als vrouw van kleur heb ik de stress want ik wil niet voldoen aan allerlei stereotypes en te laat komen, en als partner besef ik me al bellend dat het weer over kind en regeldingen gaat en niet over wat ons nou bezighoudt. Dit switchen gaat moeiteloos, ik ben nou eenmaal veel dingen en de grenzen tussen de verschillende identiteiten zijn vervaagd. 

 

Maar als kind en prepuber was ik hier druk mee en maakte ik continu lijstjes over wie ik was. Al mijn eigenschappen, uiterlijkheden, hobby’s, talenten sorteerde ik, streepte weg, voegde toe en gaf ik kleurtjes. Nu ik daarop terugkijk, snap ik helemaal waarom ik dit deed: ik probeerde mijn eigen identiteit te begrijpen. Identiteitsvorming is een uitdagende ontwikkelingstaak voor elke adolescent, maar wanneer er sprake is van verschillende – soms tegenstrijdige – groepslidmaatschappen wordt dit des te complexer (bron: Voorbij je eigen bubbel, KIS & Verwey Jonker). 

 

Dat was bij mij zeker zo. Ik groeide op in een wit milieu met alleen een witte familie, als persoon van kleur, werd opgevoed door twee vrouwen. Ik herinner me zeker dat ik heb geworsteld hiermee, maar eigenlijk al in mijn puberteit mijn verschillende identiteiten in mijn voordeel wist te gebruiken en het wisselen daartussen als een geheime superpower ging zien. Mijn moeder zorgde er namelijk voor dat ik wist dat ik door mijn biculturele achtergrond dingen zag, hoorde en kon die anderen mogelijk niet konden. Zo voelde ik mij op de middelbare school comfortabel genoeg om me uit te spreken toen er in de dorpskrant artikelen verschenen over de ‘hangjeugd’ en de verloedering van het dorp daardoor. Ik was een van die hangjongeren van kleur, maar zat ook op het VWO en kon goed schrijven en werd gewoon gezien als ‘nette leerling’. Veel van mijn mede-hangjongeren hadden dit privilege niet. 

 

Dit is een goed voorbeeld van agency, wat in het rapport ‘Agency arrangeren bij Studio 52nd’ van Kenniscentrum Ongelijkheid en Verwey Jonker gedefinieerd wordt als het vermogen, de passie en het zelfvertrouwen om te handelen. Agency is nodig om te kunnen switchen tussen je verschillende identiteiten en te weten wanneer. En dat kunnen switchen is belangrijk: het is voor leden van gemarginaliseerde groepen essentieel voor sociale mobiliteit.  

 

Op de conferentie geeft mijn collega Fan een workshop aan docenten, over een door haar ontwikkelde les voor de bovenbouw van de basisschool over bubbels. De les over bubbels richt zich op bewustwording over het feit dat je als kind, als mens, in verschillende leefwerelden of ‘bubbels’ leeft, waarin verschillende waardenkaders of normen kunnen zijn over gedrag. Deze kunnen tot uiting komen in: wat doe je in de ene bubbel wel, wat in de andere niet? 

 

De docenten brainstormen over de manieren waarop ze de les zelf kunnen inzetten. Als het gaat om het invullen van burgerschap worstelen zij ook met het bespreekbaar maken van moeilijke onderwerpen. Bijvoorbeeld als het gaat over online en offline identiteit, culturele diversiteit en vrienden vs familie. Maar ook als het gaat over het benoemen van verschillen als iets positiefs: wat de een kan door diens lidmaatschap van een bepaalde bubbel, kan de ander niet en zo kun je elkaar dus helpen en elkaars talenten benadrukken. 

 

In een samenleving waarin de dominante groep veelal de machtsposities bekleedt, is het kunnen schakelen tussen verschillende identiteiten essentieel voor sociale mobiliteit, vooral voor minderheden. Het bewust inzetten van deze vaardigheid vraagt om agency: het vermogen om te handelen vanuit eigen kracht en inzicht. Door aan de slag te gaan met de les over bubbels krijgen kinderen de mogelijkheid om die flexibiliteit te ontwikkelen en krijgen docenten handvatten om hen hierin te begeleiden. Zo dragen we bij aan een toekomst waarin kinderen niet alleen hun identiteit omarmen, maar ook weten hoe ze die kunnen inzetten om zich vrij te bewegen in verschillende contexten.  

 

Terwijl ik aan het eind van de dag terug in de trein stap, denk ik weer aan mijn zoontje die vanochtend voor het eerst alleen naar school liep. Ook hij zal zich straks moeten verhouden tot allerlei bubbels, normen en verwachtingen – en daarin zijn eigen pad vinden. Ik wil dat hij opgroeit in een samenleving waarin hij niet hoeft te kiezen tussen delen van zichzelf, maar waarin hij juist wordt aangemoedigd om alles wat hij is in te zetten. Daarom moeten we blijven werken aan onderwijs dat kinderen leert om hun identiteit te begrijpen, te benutten en zich vrij te bewegen tussen werelden. Want pas als kinderen de ruimte krijgen om hún verhaal te vertellen, verandert ook het grotere verhaal. En dat is geen luxe – dat is noodzaak. 

Studio 52nd maakt op deze website gebruik van cookies. We gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken (de cookies van Google Analytics zijn volledig geanonimiseerd), om voorkeuren op te slaan, en voor marketingdoeleinden. Door op 'optimale cookies' te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies. Je hebt ook de keuze voor 'minimale cookies', als je dit liever niet hebt.